VEERLE ELSHOF
TOREN W
Voor het vijfde atelier van de Academie van Bouwkunst kreeg ik de opdracht om op een smalle lange locatie in Arnhem 50 appartementen met ruimte voor parkeren te huisvesten, met als hoofd thema het weer.
De locatie aan de Vijfzinnenstraat in Arnhem kenmerkt zich door een lange smalle kavel, met dichte bebouwing. De twee woontorens worden aan elkaar verbonden door een twee verdieping hoge plint met een openbare tuin en een parkeermogelijkheid tussen de twee torens. Door de twee torens op deze manier te positioneren zorgt dit voor een luwe windstroming tussen de twee gebouwen. De openbare tuin maakt ruimte voor de wind, daarnaast zorgt de ruimte tussen de twee torens voor voldoende bezonning op de woningen en het parkje die zich aan de andere kant van de Vijfzinnenstraat bevinden.
Toren A bestaat uit vier keer een beukmaat van 6 meter en toren B bestaat uit drie keer een beukmaat van 6 meter. Door deze beukmaat onderscheiden de torens zich van elkaar. Toren A bestaat uit een schakeling van vier appartementen verdeeld over twee of drie verdiepingen en toren B bestaat uit een schakeling van drie appartementen verdeeld over twee of drie verdiepingen. De vier verschillende appartementen verschillen van elkaar in aantal kamers: twee, drie, vier of vijf kamers. Elk appartement is voorzien van een buitenruimte en wordt ontsloten via een trappenhuis dat zich bevindt in de kern van de toren.
De buitenruimten zijn balkontuinen die zorgen voor het zuiveren van de lucht ventilatie in het appartement. Deze buitenruimten zijn op het zuiden of noorden geplaatst vanwege de veel voorkomende windrichting en bevatten planten en bomen om de lucht voldoende te kunnen zuiveren.
De huid van het gebouw is gemaakt van te openen geperforeerde stalen luiken. De luiken hebben drie verschillende perforaties. De kleine perforatie zorgt voor een minder transparante gevel en is geplaatst bij de badkamers. De middelgrote perforatie is geplaatst voor de slaapkamers. De grote perforatie is geplaatst bij de meer openbare ruimten, zoals de woonkamers en keukens. De geperforeerde luiken zorgen voor een bewegende tatoeage van licht. Zo krijgt ook het weeraspect licht, ruimte in het gebouw.
Omdat de zomers steeds warmer worden is de helft van de appartementen voorzien van een koele ruimte. Deze koele ruimte bevindt zich in de kern van het gebouw. Doordat de koele ruimte zich altijd een verdieping lager bevindt dan het appartement is het te bereiken via een trapluik op de eerste verdieping van het appartement. De Cooling cave is koel omdat er uitgegaan is van het koude grot principe. Voor dit principe gelde twee belangrijke eisen. Warme lucht moet via een opening boven in de ruimte kunnen opstijgen en de ruimte is bekleed met een koud materiaal, om de koele lucht vast te kunnen houden. Via het waterbassin dat zich in de kelder van het gebouw bevindt wordt de koele lucht door middel van het Venturi effect naar boven gebracht. Door het Venturi effect ontstaat er onderdruk en stijgt de koele lucht omhoog en mond uit in de onderkant van de Cooling cave. Aan de bovenzijde van de Cooling cave ruimte kan de warme lucht via de leidingschacht de ruimte verlaten. Zo blijft de ruimte koel en is het een aangename plek om te verblijven tijdens warme dagen.



